Bij traditionele methodieken, zoals de watervalmethode, verloopt productontwikkeling in vaste fasen: probleemdefinitie, conceptontwikkeling, detailontwerp, prototyping en realisatie. Dit lineaire proces heeft als nadeel dat problemen vaak pas laat aan het licht komen, wanneer aanpassingen kostbaar en tijdrovend zijn. Lean Engineering daarentegen werkt met korte, flexibele iteraties, waarbij continu wordt getest en bijgestuurd. Dit zorgt voor snellere feedback, minder verspilling en een hogere kans op een succesvol eindproduct.